Rookmelders met radioactieve bron in huis verboden

Breng ze voor 1 januari 2020 naar het recyclagepark

Vanaf 1 januari 2020 is het verbod op particulier gebruik van ionisatierookmelders van kracht. Dat zijn rookmelders die werken op basis van een radioactieve bron die kleine deeltjes uitstraalt. Ionisatierookmelders houden weinig tot geen risico in voor de gebruikers, maar kunnen wel schadelijk zijn voor het leefmilieu als ze niet in het juiste afvalcircuit terechtkomen. De verkoop ervan aan particulieren is al sinds 2010 verboden en hun levensduur bedraagt ongeveer 10 jaar, dus zijn de meeste ionisatierookmelders intussen uit omloop. Wie er thuis toch nog eentje heeft liggen, kan die gratis naar het recyclagepark brengen.

Er zijn twee soorten rookmelders: optische rookmelders en ionisatierookmelders. Vroeger kwamen vooral ionisatierookmelders veel voor, maar intussen zijn de optische detectoren zo performant dat ze de ionisatierookmelders hebben vervangen.

Ionisatierookmelders houden bij normaal gebruik geen enkel gevaar in voor de gezondheid. Het is ook volkomen veilig om ze te installeren, weg te halen, op te slaan of te vervoeren. Is de rookmelder echter beschadigd, dan is er wel een uiterst miniem risico op radioactieve besmetting. Maar dan nog gaat het om een bron met een zeer lage activiteit. Om elk risico uit te sluiten, is het het veiligst om plastic handschoenen te dragen bij de verwijdering van het toestel en om die dan samen met de rookmelder in een plastic zak naar het recyclagepark te brengen.

Ionisatierookmelders zijn te herkennen aan het waarschuwingsteken voor ioniserende stralingen en/of aan het opschrift ‘Am-241’, wat staat voor americium-241, de radioactieve bron die doorgaans wordt gebruikt in ionisatierookmelders. 

Afvalcircuit

Voor het leefmilieu kunnen ionisatierookmelders op termijn echter wel schadelijk zijn als ze gewoon in de natuur terechtkomen. Daarom is het belangrijk dat ze in het juiste afvalcircuit terechtkomen, zodat ze apart kunnen worden behandeld om verspreiding van radioactieve deeltjes te voorkomen. Het FANC roept mensen dan ook op om te checken of ze nog een ionisatierookmelder in huis hebben en om die in dat geval naar het recyclagepark te brengen. De rookmelders gaan dan van het recyclagepark naar het Nationaal Instituut voor Radio-elementen (IRE) in Fleurus, waar de optische rookmelders van de ionisatierookmelders worden gescheiden. Vervolgens brengt Recupel de optische detectoren naar het geschikte afvalcircuit voor afgedankte elektrische en elektronische apparaten. Het IRE verwerkt de radioactieve bronnen uit de ionisatierookmelders en de Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen (NIRAS) zorgt voor de correcte opslag ervan.

Het volledige systeem, van inzameling tot transport en verwerking, wordt mogelijk gemaakt door de Recupel-bijdrage die de consument betaalt bij aankoop van een rookmelder.

Meer info: