Onderzoek naar chemische en radiologische verontreiniging op de oevers van de Grote Nete

Op dit moment loopt er een onderzoek om de chemische en radiologische verontreiniging van de waterbodem en oevers van de Grote Nete tussen Geel (monding Molse Nete) en Lier te identificeren. Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) onderzoekt hierbij het radiologische aspect, de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) het chemische aspect. Het onderzoek zal eind dit jaar afgerond zijn. In afwachting daarvan, licht het FANC enkele tussentijdse resultaten van onderzoeken op korte termijn toe.

In 2002/2003 toonde een studie verhoogde radiumconcentraties aan langs de Grote Nete en Nete nabij Lier. Het ging om zones die slecht toegankelijk en niet bebouwd waren, waardoor het risico op blootstelling aan deze verontreiniging voor de bevolking verwaarloosbaar was en er geen bijkomende acties werden ondernomen.

De aanwezigheid van radium in de Grote Nete is echter terug actueel, naar aanleiding van de ontwikkeling van het Sigmaplan en de daaraan verbonden werken. In het kader van het milieu-hygiënisch onderzoek voor delen van het Sigmaplan, werden bovendien ook sterk verhoogde concentraties aan zware metalen teruggevonden op dezelfde percelen. Daarom nam het FANC contact op met de OVAM, aangezien deze maatschappij bevoegd is in de kwestie van de niet-radiologische verontreiniging .

Het FANC en de OVAM identificeerden verschillende zones binnen het mondingsgebied van de Grote Nete waar verder verkennend bodemonderzoek op korte termijn was aangewezen. Uit dit bijkomend onderzoek blijkt dat er ook kunstmatige radioactieve stoffen aanwezig zijn, weliswaar in veel lagere concentraties.

Bijkomende analyses tonen aan dat de aanvoer van deze kunstmatige nucliden afkomstig is uit de Molse Nete, waarin vloeibare lozingen van een aantal bedrijven in de nucleaire zone Mol-Dessel gebeurden (en nog steeds gebeuren) en die ter hoogte van Geel uitmondt in de Grote Nete. De aanwezigheid van kunstmatige radioactieve stoffen komt immers sterk overeen met de samenstelling van het slib dat we terugvinden langs de Molse Nete. De waarden langs de Grote Nete liggen veel lager, maar dit ligt in lijn met de verwachte verdunning op die afstand van de monding van de Molse Nete.

Het FANC oordeelt op basis van de huidige radiologische evaluatie dat er geen veiligheidsmaatregelen nodig zijn met betrekking tot de impact op de bevolking, de werknemers en het leefmilieu, zolang er geen werkzaamheden plaatsvinden. Deze evaluatie beschouwt dus enkel het radiologische risico en houdt geen rekening met andere niet-radiologische componenten. Los van de kunstmatige nucliden, is er door de aanwezigheid van significant verhoogde radiumconcentraties een risico op blootstelling aan radon in woningen die op of vlak tegen de verontreinigde grond en waterloop werden gebouwd. Daar voerde het FANC intussen radonmetingen uit. Uit de resultaten blijkt dat er geen verhoogde radonniveaus aanwezig zijn in de betrokken woningen.

In januari 2017 werd er een Beschrijvend Bodemonderzoek (BBO) opgestart op initiatief van OVAM, met als doel het identificeren en karakteriseren van de chemische en radiologische verontreiniging van de waterbodem en oevers van de Grote Nete tussen Geel en Lier. Het FANC onderzoekt hierbij het radiologische aspect, OVAM het chemische aspect. Het FANC volgt de stand van zaken van het BBO van nabij op en neemt waar nodig gepaste maatregelen. Dit BBO zal tegen eind dit jaar afgerond zijn en de resultaten worden te gepasten tijde gecommuniceerd.

>> Raadpleeg het bericht van de OVAM